Février : 

À ce jour, un signal très doux se confirme pour le mois de février.

 Les températures seraient supérieures aux normales (de +1° à +1,5°C, voire +2°C).

 Les anticyclones subtropicaux s'étendraient sur le bassin méditerranéen jusque sur la France, laissant circuler les perturbations sur nos régions.

 Cette perspective laisse penser à la prédominance d'un temps perturbé circulant vers les iles britanniques et la Scandinavie.

Mars:

Pour ce premier mois du printemps météorologique, notre modèle semble envisager une configuration météorologique anticyclonique sur l'Europe , avec un temps sec et doux prédominant. Dans ce contexte, un déficit de précipitation est modélisé avec des températures restant supérieures aux moyennes de saison. 

Des nuits claires accompagnées de gelées tardives restent plausibles dans cette configuration, ce qu'il faudra surveiller. 

Avril  : 

Ce mois d'avril pourrait présenter des caractéristiques typiques du printemps, avec une relative variabilité, alternant un peu d'instabilité et de belles journées. La fiabilité est limitée, car les centres d'action modélisés sur l'Europe sont très volatiles, avec des basses pressions et des hautes pressions mobiles.

 Ce contexte est propice à l'instabilité.

 Les températures seraient de nouveau supérieures aux moyennes de saison, dans une moindre mesure. 

Pour en savoir plus : une évolution climatique liée à la Nina

L'évolution climatique de l'année 2024 était conditionnée partiellement par la fin rapide du phénomène El Nino dans l'océan Pacifique, tandis que son inverse, la Nina, prend le relai. 

La Nina devrait persister jusqu'au printemps. Il devrait donc s'agir d'une Nina courte et faible, de telle sorte que ses impacts climatiques pourraient rester assez limités à l'échelle planétaire. 

La Nina désigne un refroidissement cyclique des eaux de surface de l'océan Pacifique. Elle a généralement tendance à rafraichir le climat planétaire.

*****

Februari: anticyclonaal en zeer zacht

Tot op heden bevestigt zich een zeer zacht signaal voor de maand februari.

De temperaturen zouden hoger zijn dan normaal (+1° tot +1,5°C, mogelijk zelfs +2°C). 

Subtropische hogedrukgebieden zouden zich uitstrekken over het Middellandse Zeegebied tot aan Frankrijk, waardoor storingen boven onze regio's zouden circuleren.

Dit vooruitzicht wijst op een overheersend wisselvallig weerbeeld, met storingen die richting de Britse eilanden en Scandinavië trekken.

Maart:

Voor de eerste maand van de meteorologische lente lijkt ons model een anticyclonale weersconfiguratie op Europa te voorspellen, met overwegend droog en zacht weer. In dit scenario wordt een neerslagtekort gemodelleerd, terwijl de temperaturen boven de seizoensgemiddelden blijven. 

Heldere nachten met late nachtvorst blijven mogelijk in deze situatie, wat aandacht vereist.

April: tamelijk zacht en redelijk droog

Deze maand zou typische lente-eigenschappen kunnen vertonen, met een relatieve variabiliteit, afwisselend lichte instabiliteit en mooie dagen. De betrouwbaarheid is beperkt, aangezien de gemodelleerde weerpatronen op Europa zeer wisselvallig zijn, met mobiele lage- en hogedrukgebieden.

Deze context is bevorderlijk voor instabiliteit.

De temperaturen zouden opnieuw boven het seizoensgemiddelde liggen, zij het in mindere mate.

Meer informatie: een klimaatontwikkeling gerelateerd aan La Niña

De klimaatontwikkeling in 2024 werd gedeeltelijk bepaald door het snelle einde van het El Niño-fenomeen in de Stille Oceaan, terwijl het tegenovergestelde, La Niña, het overnam.

La Niña zou aanhouden tot de lente. Het zou dus gaan om een korte en zwakke La Niña, zodat de klimaateffecten op wereldschaal vrij beperkt zouden blijven.

La Niña verwijst naar een cyclische afkoeling van het oceaanoppervlak in de Stille Oceaan. Dit fenomeen heeft doorgaans de neiging om het wereldwijde klimaat af te koelen.