Possibilité d’un renversement précoce des vents zonaux stratosphériques - Vroege mogelijkheid van een stratosferische plotselinge opwarming (SSW)

13/11/2025

Les dernières sorties de l'ensembliste ECMWF 12z confirment désormais cette hypothèse avec force : plus de 80 % des scénarios envisagent un renversement autour du 25 novembre. L'extension du modèle (00z) renforce cette tendance.

Si cette évolution se confirme, il s'agira du SSW le plus précoce jamais observé depuis le début des mesures satellitaires, et du troisième cas recensé en novembre après 1958 et 1968 — deux épisodes suivis de blocages durables sur l'Atlantique et l'Europe.

Le schéma actuel correspond parfaitement au précurseur typique d'un SSW de type "sibérien", difficile à anticiper par les modèles au-delà de 10 à 15 jours. 

Ce scénario, désormais validé par la modélisation, constitue un cas d'école en matière de prévision sous-saisonnière.

Le phénomène serait lié à un réchauffement stratosphérique canadien, rare et précoce, de type onde 1 (déplacement du vortex plutôt que scission). 

Ce dernier ferait basculer le vortex vers la Sibérie et l'Europe, avec des synoptiques hivernales fortement bloquées possibles en décembre, si la propagation vers la troposphère s'effectue.

Les projections indiquent une décélération marquée des vents jusqu'à 100 hPa, seuil clé pour une probabilité accrue d'un régime NAO- (selon le Dr Simon Lee).

Pour l'instant, la troposphère domine encore, mais une influence descendante pourrait s'imposer vers la mi-décembre, maintenant un vortex polaire très affaibli durant la première quinzaine.

Au-delà de la prévision, cet épisode présente un intérêt scientifique majeur : il pourrait devenir un cas d'étude unique sur les mécanismes précoces de réchauffement stratosphérique.

En résumé, la première partie de l'hiver 2025-2026 s'annonce riche en potentiel hivernal, sous réserve que la troposphère s'aligne avec la dynamique stratosphérique.

Source: ECMWF - Jean-Pierre Tozc 



De nieuwste berekeningen van het ECMWF-ensemblemodel (12z) bevestigen nu overtuigend het scenario van een vroege omkering van de zonale winden: meer dan 80% van de simulaties voorzien een omkering rond 25 november. De uitgebreide run (00z) versterkt deze trend nog verder.

Indien dit zich bevestigt, zou het gaan om de vroegste SSW ooit waargenomen sinds het begin van de satellietmetingen, en om het derde novembergeval na 1958 en 1968 — twee episoden die gevolgd werden door aanhoudende blokkades boven de Atlantische Oceaan en Europa.

Het huidige patroon stemt perfect overeen met de typische voorloper van een "Siberische" SSW, een verschijnsel dat moeilijk te voorspellen blijft meer dan 10 à 15 dagen vooruit.

Dit scenario, nu bevestigd door de modellering, vormt een schoolvoorbeeld van sub-seizoensvoorspelling.

Het verschijnsel zou te maken hebben met een Canadese stratosferische opwarming van golf 1-type — zeldzaam en vroeg — waarbij de poolwervel wordt verplaatst in plaats van gesplitst.

Daardoor zou de wervel naar Siberië en Europa verschuiven, wat in december kan leiden tot sterk geblokkeerde winterse weersituaties, mits de opwarming naar de troposfeer doordringt.

De projecties wijzen op een sterke vertraging van de winden tot 100 hPa, een kritisch niveau dat de kans op een negatief NAO-patroon (NAO–) verhoogt, volgens Dr. Simon Lee.

Voorlopig blijft de troposfeer nog dominant, maar dalende invloeden uit de stratosfeer zouden zich kunnen laten gelden rond half december, wat een verzwakte poolwervel zou behouden tijdens de eerste helft van de winter.

Los van de weersvoorspelling is dit een wetenschappelijk uiterst interessant verschijnsel, mogelijk een uniek studiegeval over vroege stratosferische opwarmingsmechanismen.

Samenvatting:
Het eerste deel van de winter 2025-2026 toont een hoog potentieel voor winterse ontwikkelingen, op voorwaarde dat de troposfeer zich afstemt op de stratosferische dynamiek.

Bron: ECMWF - Jean-Pierre Tozc