Signes possibles d'un retournement de l'AMO

1. Refroidissement des eaux de surface de l'Atlantique Nord

Un basculement de l'AMO se manifeste d'abord par une baisse progressive des températures de surface (SST), en particulier :

• dans l'Atlantique subtropical, autour des Açores,

• et dans le gyre subpolaire, au sud du Groenland et de l'Islande.

Depuis 2023, certaines analyses ont mis en évidence des anomalies froides localisées dans l'Atlantique Nord subpolaire, souvent décrites comme la "tache froide atlantique". Toutefois, ce signal reste limité et instable à ce stade.

2. Changements de la circulation océanique profonde (AMOC)

L'AMO est intimement liée à l'AMOC (Atlantic Meridional Overturning Circulation), la grande "circulation de retournement méridienne" de l'Atlantique.
Un ralentissement de cette circulation entraîne un refroidissement de l'Atlantique Nord et favorise une phase négative de l'AMO.

Les observations récentes confirment que l'AMOC est aujourd'hui plus faible qu'au siècle dernier, ouvrant la possibilité d'un basculement vers une phase froide dans les prochaines décennies.

3. L'indice AMO actuel

L'indice AMO calculé par la NOAA demeure en territoire positif en 2024–2025. Cependant, il présente une lente tendance à la baisse depuis le pic observé au début des années 2000.

Selon des simulations publiées dans Nature Climate Change (2023), il existe 70 % de probabilité que l'AMO bascule en phase froide d'ici 2025–2030.

4. Signaux atmosphériques et climatiques associés

Une phase froide de l'AMO se traduit généralement par :

• une diminution du nombre d'ouragans intenses dans l'Atlantique,

• des sécheresses moins fréquentes au Sahel,

• des hivers plus rigoureux sur l'Europe et l'Amérique du Nord.

Pour l'instant, l'activité cyclonique reste soutenue , ce qui plaide encore pour une phase chaude.

📌 En résumé

• En 2025, l'AMO demeure clairement en phase chaude.

• Des signaux faibles (ralentissement de l'AMOC, anomalies froides localisées) pourraient toutefois annoncer un basculement progressif.

• Aucun renversement net n'est encore observé : la tendance reste incertaine.

• La WMO estime à 87 % la probabilité que la phase chaude se prolonge jusqu'en 2029, même si certaines études suggèrent un refroidissement possible dès la seconde moitié des années 2020.

Mogelijke signalen van een omslag van de AMO

1. Afkoeling van het zeeoppervlak in de Noord-Atlantische Oceaan

Een omslag van de AMO manifesteert zich eerst door een geleidelijke daling van de oppervlaktetemperaturen (SST), met name:

• in de subtropische Atlantische Oceaan, rond de Azoren,

• en in de subpolaire gyre, ten zuiden van Groenland en IJsland.

Sinds 2023 zijn er in sommige analyses koude anomalieën vastgesteld in de subpolaire Noord-Atlantische Oceaan, vaak omschreven als de "Atlantische koude vlek". Dit signaal blijft echter voorlopig beperkt en instabiel.

2. Veranderingen in de diepe oceaancirculatie (AMOC)

De AMO is nauw verbonden met de AMOC (Atlantic Meridional Overturning Circulation), de grote "meridionale omkeringscirculatie" van de Atlantische Oceaan.
Wanneer de AMOC verzwakt, koelt de Noord-Atlantische Oceaan af en wordt een negatieve fase van de AMO bevorderd.

Recente waarnemingen bevestigen dat de AMOC vandaag zwakker is dan in de vorige eeuw, wat de mogelijkheid opent dat er in de komende decennia een koude fase intreedt.

3. De huidige AMO-index

De door de NOAA berekende AMO-index blijft in 2024–2025 positief. Toch vertoont zij sinds de piek van begin jaren 2000 een trage dalende trend.

Volgens simulaties gepubliceerd in Nature Climate Change (2023) bestaat er 70 % kans dat de AMO tussen 2025 en 2030 in een koude fase overgaat.

4. Atmosferische en klimatologische signalen

Een koude fase van de AMO gaat doorgaans gepaard met:

• minder intense orkanen in de Atlantische Oceaan,

• minder frequente droogtes in de Sahel,

• strengere winters in Europa en Noord-Amerika.

Voorlopig blijft de cyclonale activiteit  hoog , wat nog steeds wijst op een warme fase.

📌 Samengevat

• In 2025 bevindt de AMO zich duidelijk nog in een warme fase.

• Zwakke signalen (verzwakking van de AMOC, lokale koude anomalieën) kunnen echter wijzen op een geleidelijk omslagproces.

• Er is nog geen duidelijke overgang: de trend blijft onzeker.

• De WMO schat de kans dat de warme fase aanhoudt tot 2029 op 87 %, al wijzen sommige studies op een mogelijke afkoeling vanaf de tweede helft van de jaren 2020.